Het verhaal van Wil Henze

Half oktober 2020 werd Wil Henze ziek. Een griepje dacht hij in eerste instantie. Maar voor de zekerheid hebben zijn vrouw en hij zichzelf toch laten testen op het coronavirus. Wil bleek besmet te zijn, zijn vrouw niet. Na de test werd hij zieker en zieker en toen hij hoge koorts kreeg besloot hij de huisarts te bellen. Die wilde eerst nog even afwachten, maar de volgende dag bleek de koorts erger waarna hij direct met een ambulance naar het Flevoziekenhuis in Almere werd gebracht. Na anderhalve dag ziekenhuis, allerlei testen en ondervragingen, met o.a. of hij gereanimeerd wilde worden, werd al snel besloten dat de situatie zo ernstig was dat een IC-opname de enige juiste oplossing was. Vanaf dat moment werd het zwart. Wil belandde in een delirium en vervolgens coma en kwam daar pas na twaalf dagen uit. Een dood vogeltje was hij, zoals hij zichzelf omschreef. Zestien kilo afgevallen en zijn linkerarm en een been kon hij niet of nauwelijks meer bewegen.

Voor zijn familie was die tijd een hel. Afscheidsmogelijkheden werden zelfs gecreëerd. Maar na zestien dagen onzekerheid bleek het ijzersterke gestel van Wil hem gered te hebben. Hij knapte op en mocht weer naar zaal. Met de boodschap: “Je leeft nog én je moet geduld hebben.”. Vervolgens verbleef hij met een sonde, een catheter en allerlei andere toeters en bellen nog zo’n vier weken in het Flevoziekenhuis. Hij werd goed verzorgd, kon na een week al weer een klein stukje met een rollator lopen (wat resulteerde in een applaus van het verzorgend personeel), maar het verdere herstel ging langzaam. Toen hij na een stukje lopen ineen zakte en ook nog een dubbele longembolie kreeg, wat niet ongewoon is bij een Covid-infectie, zakte het lood  hem in de schoenen. Gelukkig kwam hij daarna vrij snel in contact met Merem. Een revalidatietraject van zeven weken volgde.

Wil op de IC.

"Voor corona was ik een fitte kerel van 97 kilo, na de IC was ik zestien kilo lichter en meer een dood vogeltje."

 

Hoe ben je na je ziekenhuisperiode in contact gekomen met Merem?
“In het ziekenhuis kwam ik in contact met een alleraardigste dame van Merem. En zij gaf aan dat het wel eens verstandig zou kunnen zijn om te kijken of ik kon worden opgenomen bij Merem. Ik kende Merem al van horen zeggen, dus dat leek me wel wat. En ik had geluk, want er was snel plek. Maandag 30 november 2020 kon ik na zes weken ziekenhuis gaan beginnen aan mijn echte herstel en revalidatie na corona.”

Hoe was je gezondheidssituatie toen je bij Merem binnen kwam?
“Niet heel best. Als ik op mijn benen stond, viel ik om. En mijn linkerarm kon ik ook nog steeds niet bewegen. Ik kreeg een soort steunkous om mijn arm, had nog steeds een sonde, kreeg zes keer per dag eten toegediend via een spuit en werd verder heel goed verzorgd. Na een aantal dagen werd gelukkig het zuurstof afgebouwd, maar ondanks dat werd het nog niet veel beter. Mijn arm werd alsnog dikker en dikker en omdat ik zoveel lag kreeg ik een soort van klompvoeten.”

Maar voor corona was je een fitte man, toch?
“Ja, ik was heel fit. Liep elke dag nog zes kilometer in mijn trainingspakkie. En daarvoor voetbalde ik altijd vier tot vijf keer in de week. Later werd ik trainer en was ik ook veel op het sportveld te vinden. Alcohol had ik afgezworen en ik was alleen maar met gezonde dingen bezig.”

Hoe zag je revalidatietraject eruit?
“Nou ik kreeg al vrij snel een heel schema met allerlei afspraken. In een rolstoel werd ik overal naartoe gebracht. Deed netjes de oefeningen als ik weer terug was op mijn kamer. Maar ik voelde me vreselijk ongelukkig. Inwendig dacht ik dat ik nog een jonge God was, maar ik was gewoon een Jan Lul in een rolstoel. Maar ik liet me niet kennen en startte gelijk de eerste dag met mijn afspraken bij de fysiotherapie, de ergotherapie en de dokter.”

"Aan mijn doelstellingen moest ik waarden hangen en op basis daarvan werd mijn persoonlijk behandelplan gemaakt. Goed uitgekristalliseerd en echt op mij gericht. Top!"

 

Had je een persoonlijk behandelplan en heb je het gevoel gehad dat je echt samen met de artsen/behandelaren aan dit plan werkte?
“Op mijn tweede dag bij Merem stond er een verpleegkundige naast mijn bed voor de ADL-test, waarbij ze gaan kijken wat je allemaal kan en waarbij ze vragen wat je normaal gesproken allemaal doet in je dagelijks leven. Maar al vrij snel zakte ik ook tijdens dat gesprek weer weg. Waarschijnlijk omdat de dag ervoor met het afscheid in het ziekenhuis en alle intakegesprekken bij Merem een beetje teveel waren. Gelukkig bleek het niet zo ernstig als de vorige keer en kon ik gewoon met mijn persoonlijke behandelplan starten. Dat begon eerst met een weekplan en vervolgens met een plan per dag, die ik elke avond ervoor kon ophalen in mijn eigen postvakje. In het begin werd ik dus nog met de rolstoel gebracht, want ik kon nog niet de 100 meter lopen in acht seconden. En ik voelde niet meteen dat het een persoonlijk plan was voor mij, maar gaandeweg begon ik de logica te snappen. Ze pasten mijn rolstoel aan, vroegen wat mijn doelstellingen waren. Waarbij ik aangaf, met een noodgang hier weer uit! Maar dat moest toch iets genuanceerd worden. Van de 20 dingen die ik noemde, moest ik vijf doelstellingen selecteren op basis van belangrijkheid. Dat waren autorijden, mijn broek zelf aan kunnen doen, weer zelfstandig kunnen eten én drinken en mijn computer weer kunnen gebruiken. Aan deze doelstellingen moest ik waarden hangen en op basis daarvan werd mijn persoonlijk behandelplan gemaakt. Goed uitgekristalliseerd en echt op mij gericht. Top!

Hoe zag jouw team van behandelaren eruit?
“Ik had voornamelijk fysiotherapie, ergotherapie, logopedie, bewegingstherapie en afspraken met een diëtiste. Alles om ervoor te zorgen dat ik mijn doelstellingen zou halen. Maar bij ergotherapie kreeg ik met heel andere dingen te maken dan dat ik me bij ergotherapie voorstelde. Ik moest met blokjes en balletjes gaan werken en dacht dat ik op een kinderdagverblijf terecht was gekomen. Ik ben een Amsterdamse jongen, dus ik zei dat zo: ‘Gaan we knikkeren ofzo?’ Maar het had allemaal een doel en de oefeningen die ik ermee moest doen bleken lastiger dan gedacht. Dingen die ik voorheen met gemak deed, kon ik echt niet meer. De kracht in mijn arm was volledig weg en dat moesten we weer opbouwen. En omdat ik zag dat ik door de in mijn ogen simpele oefeningen wel degelijk vooruit ging begon ik de ergotherapie te waarderen. Want ik voelde dagelijks vooruitgang, deed netjes de oefeningen en was daardoor een gewillige patiënt. Ik moest en ik zou die oefeningen kunnen. Dat is ook de aard van het beestje. Ik kan niet stil zitten, ben net een draaideur.”

Welke behandelingen heb je allemaal gehad en wat heeft jou het meeste geholpen?
“Voornamelijk de wisselwerking tussen ergotherapie en fysiotherapie heeft mij het meeste geholpen. Kijk wat ik nu alweer kan doen? Ik kan zo goed als alles weer. Mijn doelstelling is gehaald! Maar de combinatie van alle therapieën heeft natuurlijk bijgedragen aan mijn herstel. Het oefenen met traplopen bij de fysio, het wisselende parcours bij bewegingstherapie wat ik elke keer in 20 seconden moest afleggen. En spelenderwijs kon ik al mijn spieren weer gebruiken. Ik loop nu als een hinde. En tussen de bedrijven door ging ik uiteindelijk weer buiten een rondje lopen in de Hilversumse bossen.”

Dit lijkt erop dat je snel weer naar huis kon?
“Het ging ook per week met sprongen vooruit, maar ondertussen had ik nog wel mijn snorkel, de sonde in. En daar wilde ik wel heel graag vanaf. Vanuit de logopedist kreeg ik ook oefeningen mee met een balletje, die ik tussen mijn kin en nek moest klemmen. Ik deed het trouw, ook als ik op mijn kamer was. Ook kreeg ik controles bij de KNO-arts waar bleek na inwendige slikvideo’s dat mijn luchtklep niet volledig sloot. En daar moest aan gewerkt worden voor ik van mijn sonde af kon. We hebben van alles geprobeerd, maar die snorkel bleef ik houden. Gelukkig herstelde mijn luchtklep zich geleidelijk, bleef ik de oefeningen trouw doen en uiteindelijk hebben we de sonde op advies van de logopedisten eruit gehaald en ben ik voorzichtig gaan oefenen met eten en drinken. Eerst water, toen tomatensoep en steeds vaster voedsel. Na iedere hap moest ik twee keer kuchen om het goed weg te krijgen en ook dat heb ik na voldoende training uiteindelijk kunnen afbouwen. Met als laatste nog een check bij de KNO-arts. Weer een slikvideo en tests met verschillend vloeibaar en vast eten. Maar die dag kwam einde middag het verlossende antwoord. De test was goed gegaan en ik mocht naar huis! Ik wilde iedereen wel zoenen, wat natuurlijk niet mag in deze tijd, maar ik was zo blij als een kind. Daarna heb ik gelijk mijn vrouw gebeld, die begon te huilen. En ik ook, want ik ben toch een emotionele jongen.

 

De dag voordat Wil Merem na zeven weken mocht verlaten.

Wat heb je als fijn ervaren tijdens uw revalidatietraject?
“Merem staat voor mij voor tomeloze inzet, vakmanschap, adequaat handelen, enorme betrokkenheid, vastberadenheid, doortastendheid, geweldige eenheid en weinig onmin. Met andere woorden, ik kan alleen maar zeggen op een schaal van nul tot tien is het voor mij een tien met een griffel en een zoen van de meester.”

Wist je van tevoren dat je zeven weken zou revalideren, of kon het ook korter of langer duren?
“Nee dat wist ik niet. En het had zeker langer kunnen duren, want ik kwam als een dood vogeltje binnen. Maar vanaf de eerste dag wisten ze hier wat ze met me moesten doen en daardoor zag je met de dag vooruitgang. We hebben samen gewerkt als een team. Zij hebben naar mij geluisterd en ik naar hen.”

Wat was minder fijn de afgelopen zeven weken?
“Als ik dan één minpunt moet benoemen is dat ik in het begin slecht contact kreeg met de andere patiënten en dat vond ik jammer. Na verschillende pogingen bleef het bij een vriendelijk knikje, maar dat was het. Kan zijn dat er een bepaalde angst zat omdat ik toch een ex-COVID patiënt was. Maar ik liep natuurlijk ook met zo’n sonde in mijn neus en maakte snurkgeluiden tijdens het eten. Wat ook niet heel prettig was. Gelukkig werd dat contact beter en beter, zeker met de nieuwe groep. Dus uiteindelijk houd ik er een goed gevoel aan over.”

"Bij Merem werkt echt één team, met enorm grote betrokkenheid."

 

Kon je familie gewoon op bezoek komen?
“Zeker. In het begin kwam mijn vrouw samen met mijn zoon iedere dag langs. Maar mijn zoon werd  geopereerd aan zijn oog, waardoor mijn vrouw afhankelijk werd van anderen. Gelukkig kwam ze nog steeds zo’n vier keer per week langs. Maar ook mijn dochter, schoonzoon, kleinkinderen en zussesn kwamen geregeld langs. En aan het eind ging ik de weekenden ook weer naar huis, waarbij ik werd gehaald en gebracht door mijn schoonzoon. Dat was fijn.”

Wat blijft je het meeste bij na je traject bij Merem?
“Dat het echt één team is. Of het nou een verpleegkundige was die me in mijn rolstoel naar de therapieën bracht, de mensen in de keuken, de verpleegkundigen of wie dan ook. Iedereen was op de hoogte van mijn situatie en het traject waar ik in zat. De betrokkenheid is zo groot. Dat is wel wat me het meeste bij blijft en wat ik ook echt ga missen.”

Welke stappen heb je gezet de afgelopen zeven weken en waar ben je het meest trots op?
“Dat ik zo ver gekomen ben. Dat ik mezelf weer ben, met een kleine hapering hier en daar. En als het nooit meer beter zou gaan dan nu, dan ben ik ook 100% tevreden.”

Wat zijn de zichtbare gevolgen voor jou na corona?
“Nee helemaal niet. Los van dat ik behoorlijk wat gewicht ben verloren, maar dat vind ik een prettig gevolg. Mijn linkerarm is niet 100%, maar ook niet zo dat ik daar niet mee kan leven. Ik was heel bang dat ik blijvende gevolgen zou ondervinden aan mijn keel, maar ik kan gelukkig weer alles eten en drinken. Dus de vlag gaat uit thuis.”

En wat de onzichtbare gevolgen?
“Nou die zijn er ook niet echt. Het enige is dat ik voor corona drie, vier gesprekken tegelijkertijd kon voeren. Nu selecteer ik wat meer. En het kan het zijn dat als in een gesprek iemand anders wat tegen me zegt me dat niet bereikt. Maar is dat nou mijn korte termijn geheugen, mijn concentratie of interesseert het me gewoon niet? Dat moet ik nog even uitzoeken.”

Wat zou je aan andere mensen mee willen meegeven die gaan starten met revalideren bij Merem?
“Je hebt je herstel en het proces waar je in zit, ondanks het geweldige team van behandelaren, voor het grootste gedeelte zelf in de hand. Ben je enthousiast en volg je trouw het plan van jouw team dan ga je hard en kan je vaak eerder naar huis. Maar eigenlijk vind ik het lastig om advies te geven, want iedereen zit hier met andere klachten en volgt een ander behandelplan. En daar wil ik niet over oordelen. Maar wat buiten kijf staat is dat ik het hier geweldig vond. Ik zou eigenlijk zeggen een all-inclusieve 4-sterren hotel met volledige bediening.”

→ Lees meer Merem verhalen